Betekenis mer

MER Milieu-effectrapport, rapport waarin de verschillende milieu-effecten van een grote, geplande ontwikkeling in beeld worden gebracht. Het milieu-rapport wordt gelijktijdig met het ontwerpbestemmingsplan ter visie gelegd. Gevonden op fo/masterplan/begrippenlijst. Een milieueffectrapportage (mer) is een hulpmiddel bij het nemen van besluiten. U beschrijft in het milieueffectrapport (MER) de effecten van uw plan of project, en de effecten van alternatieven, op het milieu.

Betekenis mer Milieueffectrapportage (mer) brengt de milieueffecten van een plan of project in beeld. De verwachte gevolgen worden beschreven in een milieueffectrapport. Zo kan de overheid de milieueffecten meenemen bij haar besluit over het plan of project.

Musculus erector rimae

Erector spinae muscles are deep muscles of the back that extend and laterally flex the spine. Learn more about their anatomy and function at Kenhub!. The erector spinae (/ ɪ ˈ r ɛ k t ər ˈ s p aɪ n i / irr-EK-tər SPY-nee) [1] or spinal erectors is a set of muscles that straighten and rotate the back. The spinal erectors work together with the glutes (gluteus maximus, gluteus medius and gluteus minimus) to maintain stable posture standing or sitting.

Musculus erector rimae The erector spinae, also known as the sacrospinalis, is a group of muscles comprising the middle or intermediate layer of the intrinsic or deep back muscles. The name literally means ‘spinal erectors,’ with the group including 3 muscles that span the entire length of the spinal column.

Anatomische benaming

De benen staan recht onder het lichaam met de voeten iets uit elkaar. Vanuit hier kunnen we dan aangeven waar iets zit, waarvoor we de anatomische vlakken, positionele termen en lichaamsgebieden gebruiken. De anatomische vlakken zijn sagittaal, coronaal en transversaal. Sagittaal deelt het lichaam op in een linker- en rechterdeel. Een bijzonder. De standaard anatomische houding voor mensen is rechtopstaand, met de voeten bij elkaar, de tenen voorwaarts gericht, met de armen langs de zijden hangend en de handpalmen voorwaarts gericht. De standaard anatomische houding bij viervoeters is dat het dier met zijn vier poten op de grond staat, met het hoofd in een neutrale houding vooruit kijkend.

Anatomische benaming De anatomische positie [1], Als de anatomie van de mens of een andere diersoort beschreven wordt, is het handig om het betreffende onderwerp (mens of dier) te bestuderen en te beschrijven in de standaardanatomische positie, om verwarring tussen voor of achter en onder of boven te voorkomen.

Medische term spier

M. (1) = Musculus. De medische term voor spier. M. (2) = Morbus. Ziekte of Syndroom. MAP = Mean Arterial Pressure. MBB = Medische Beeldvormings- en Bestralingsdeskundige. MC (1) = Medium Care. MC (2) = Metacarpale. Middenhandsbeentje. MCG = Mictiecystogram. MCP = Metacarpale-phalangeale gewricht. Het gewrichtje tussen de hand en de vinger (bij. = De kleinste samentrekkende eenheid in een spier, waardoor de spier kan samentrekken en verkorten.

Medische term spier De term flexor wordt gebruikt in spiernamen, bijvoorbeeld de m. flexor digitorum longus, een lange spier die de tenen buigt. Flexie is de buiging van gewrichten.

Spier in het lichaam

Spier voor Spier 1. Tibialis posterior. Wat is het? Een spier die loopt van de achterkant van je scheenbeen, langs de binnenkant van je enkel tot in je voet. Hij zorgt voor de inversie (naar binnen draaien van de voet) en plantaire flexie (met tenen naar beneden wijzen) ten behoeve van de stabiliteit en afzet. In het menselijk lichaam bevinden zich meer dan spieren en botten. Het spier- en skeletstelsel is het raamwerk van het lichaam en stelt het lichaam in staat zich te bewegen. Ook beschermt het het lichaam en geeft het het lichaam vorm.

Spier in het lichaam musculus vastus intermedius (middelste brede spier) musculus rectus femoris (rechte dijbeenspier) musculus sartorius (kleermakersspier) musculus adductor longus (lange aanvoerder van het dijbeen) musculus adductor brevis (korte aanvoerder van het dijbeen) musculus adductor magnus (grote aanvoerder van het dijbeen) musculus gracilis (slanke spier).